Nieuwsitem oktober 2018

Op 18 september heeft het kabinet-Rutte III de miljoenennota gepresenteerd. De meeste plannen zijn eerder bij de kabinetsformatie al bekend gemaakt, maar zijn nu voor het eerst in wetsvoorstellen verwerkt. De volgende punten wil ik graag bij u onder uw aandacht brengen:


Algemeen / Inkomstenbelasting

– hoofdlijnen

Het regeerakkoord bevat een pakket maatregelen in box 1 van de inkomstenbelasting dat per saldo bijdraagt aan de verbetering van de koopkracht voor alle groepen en het lonender maakt om (meer) te werken.
Dit moet worden gerealiseerd door onder andere het invoeren van een tweeschijvenstelsel, het verhogen van de maximale algemene heffingskorting en de maximale arbeidskorting.

– invoering 2 schijvenstelsel inkomstenbelasting

Voor de heffing van inkomstenbelasting (box 1) wordt vanaf 2019 geleidelijk een tweeschijvenstelsel geïntroduceerd en is in 2021 gerealiseerd.
Er zal een gezamenlijk basistarief (37,05% in 2021) gelden voor inkomens tot en met € 68.507,- en een toptarief voor inkomens boven € 68.507,-.
Voor AOW-gerechtigden blijven er 3 schijven. Het schijvenstelsel geeft het volgende beeld:

Jaren schijven 2019/2021 2018 2019 2021
% % %
1e schijf 0 20.384 36,55 36,65 37,05
2e schijf 20.384 34.300 40,85 38,10 37,05
3e schijf 34.300 68.507 40,85 38,10 37,05
4e schijf 68.507 (tot 2025) 51,95 51,75 49,50

– Versobering aftrekposten inkomstenbelasting

Door bovengenoemde tariefswijzigingen zullen aftrekposten vanaf 2021 voor velen vaak tegen 37,05% in aftrek komen.
Is wel het hoge tarief van toepassing is, dan zal dit vanaf 1 januari 2020 in 3 jaren versneld worden afgebouwd naar het lage tarief van 37,05%. Aftrekposten komen in 2020 tegen maximaal 46% in aftrek, in 2021 maximaal tegen 43%, in 2022 maximaal tegen 40% en in 2023 maximaal tegen 37,05%. Dit geldt voor de aftrek van eigenwoningrente, maar ook voor de aftrek van partneralimentatie, giftenaftrek en specifieke zorgkosten.

– scholingskosten

De aftrek voor scholingskosten wordt per 1 januari 2020 stopgezet. Hiervoor in de plaats moet een individuele leerrekening komen, waarbij de deelnemers wel een startkwalificatie moeten hebben.

– monumentenaftrek

De monumentenaftrek wordt per 1 januari 2019 vervangen door een subsidieregeling.
In 2018 kunnen de onderhoudskosten nog voor 80% in aftrek komen. In 2019 komt er een nieuwe subsidieregeling waarbij maximaal 35% door de gemeente wordt vergoed.

– afschaffing dividendbelasting

Met ingang van 1 januari 2020 moet de dividendbelasting worden afgeschaft.
Voor Nederlandse belastingplichtigen heeft dit  geen voordelige gevolgen, omdat de dividendbelasting een voorheffing is van de inkomstenbelasting.
Om misbruik te voorkomen wordt een bronbelasting ingevoerd op dividenduitkeringen naar laagbelastende landen. Het tarief van de bronbelasting zal gelijk zijn aan dat van de vennootschapsbelasting.


Ondernemer / inkomstenbelasting

– versobering aftrekposten

De aftrek tegen maximaal 37,05% in 2023 geldt ook voor diverse aftrekposten van ondernemers met bijvoorbeeld een eenmanszaak of VOF.
Denk aan de zelfstandigenaftrek, de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk, de meewerkaftrek, de startersaftrek en de stakingsaftrek. Ook de terbeschikkingstellingsvrijstelling wordt in aftrek beperkt.


Ondernemer / vennootschapsbelasting

– verlaging Vpb tarief / verhoging box 2 tarief

Het tarief van de vennootschapsbelasting gaat omlaag en nagenoeg gelijktijdig gaat het tarief in box 2 (belasting over bijvoorbeeld dividend ontvangen door de DGA van de BV) omhoog. De beoogde wijzigingen zijn als volgt:

2018 2019 2020 2021
% % % %
VPB – winst tot € 200.000 20,00 19,00 17,50 16,00
VPB – winst vanaf € 200.000 25,00 24,30 23,90 22,25
Box 2 heffing 25,00 25,00 26,25 26,90

– hoge rekening courant schuld dga

Het kabinet wil de rekening courant schulden van de DGA bij de BV beperken. Voorgesteld wordt om vanaf 1 januari 2022 schulden boven € 500.000 als dividenduitkering aan te merken. Daarbij zal voor eigenwoningschulden een overgangsregeling worden getroffen. In het voorjaar van 2019 wordt deze maatregel nader uitgewerkt.

– verliesverrekening vennootschapsbelasting en aanmerkelijk belang wordt beperkt

De huidige termijn voor voorwaartse verliesverrekening in de vennootschapsbelasting is negen jaar. Deze termijn wordt teruggebracht naar zes jaar. Deze termijn zal voor het eerst gelden voor verliezen geleden in 2019.

– beperking afschrijving vastgoed

Een BV kan op een gebouw in eigen gebruik afschrijven tot maximaal 50% van de WOZ-waarde en op een beleggingspand tot maximaal de WOZ-waarde. Het kabinet wil dit onderscheid opheffen door de afschrijvingsgrens van alle gebouwen te stellen op 100% van de WOZ-waarde. De maatregel zorgt ervoor dat het verschil tussen de boekwaarde en de toekomstige verkoopwaarde kleiner is, met als gevolg dat de belastbare winst bij verkoop van het gebouw lager is.

BTW

– Verhoging verlaagd btw tarief

Het verlaagde btw-tarief wordt vanaf 1 januari 2019 verhoogd van 6 naar 9%.
Welk tarief van toepassing is afhankelijk van de datum waarop de goederen wordt geleverd of de dienst wordt verricht.
De staatssecretaris heeft echter aangegeven niet moeilijk te doen bij vooruitbetalingen in 2018 voor diensten en leveringen die in 2019 gaan plaatsvinden.

– Nieuwe kleine ondernemersregeling

In 2020 komt er een nieuwe kleineondernemersregeling (KOR) voor alle ondernemers, ongeacht de rechtsvorm.
Bij een omzet tot maximaal € 20.000,- (excl. btw) per kalenderjaar kan een ondernemer kiezen voor vrijstelling van btw.
De ondernemer brengt dan geen btw in rekening aan zijn afnemers en kan de btw die andere ondernemers aan hem in rekening brengen niet in aftrek brengen.
Ondernemers die voor toepassing van de nieuwe KOR kiezen, zijn als hoofdregel ontheven van het doen van btw-aangifte en de daarbij horende administratieve verplichtingen. Met de afschaffing van de huidige KOR vervalt ook het huidige beleid van de Belastingdienst om onder voorwaarden het doen van jaaraangifte voor de btw toe te staan.


Loonbelasting

– Vrijwilligersvergoeding

De onbelaste vergoedingen/verstrekkingen voor vrijwilligers van maximaal € 150,- per maand en € 1.500,- per jaar worden per 2019 opgetrokken naar € 170,- per maand en € 1.700,- per jaar.

– Fiets van de zaak

Vanaf 2020 komt er een regeling voor de fiets van de zaak (van de baas).
Er gaat dan een bijtelling voor privégebruik gelden van 7% over de consumenten(advies)prijs, ook als de fiets ter beschikking wordt gesteld voor (een deel van) het woon-werkverkeer. Er komt ook een soortgelijke regeling voor ondernemers (en resultaatgenieters) zelf.

– Elektrische auto

Voor het privé gebruik van elektrische auto’s komt een hogere bijtelling. Auto’s aangeschaft in 2018 hebben nog een bijtelling van 4% voor maximaal 5 jaren. Als de auto in 2019 wordt aangeschaft en de cataloguswaarde hoger is dan € 50.000, geldt een bijtelling van 22% voor het bedrag boven deze € 50.000. Daaronder is het 4%. Vanaf 2021 geldt voor alle auto’s een bijtelling van 22%, ook voor elektrische auto’s.

 

Scroll naar boven